Kiezelhard. Snoeihard. Een pegel. Geef het een naam, maar de 2-0 van Mitchel Beijersbergen namens FC Rijnvogels tegen Voorschoten’97 mocht er in elk geval zijn. Matthijs Keemink kan niet anders dan de bal enkel maar voorbij hebben horen vliegen. Het was de genadeklap voor de bezoekers, in een tweede helft die de Katwijkers naar hun hand wisten te zetten.
Beijersbergen (op archieffoto) had al enkele aardige acties laten zien, maar de vrije trap vanaf een meter of vijfentwintig werd zijn hoogtepunt van de middag. Alsof hij woest was op iedereen en alles legde hij al zijn woede in zijn trap. ,,Ach, hij viel lekker binnen, ja. Als je de bal goed strak raakt dan moet een keeper hel erg zijn best doen om een redding te verrichten, want hij ziet de bal laat aankomen. Het vloog nu in de touwen, voordat hij er erg in had.”
Bij Beijersbergen lukte na de treffer bijna alles en ook zijn ploeg stond er opeens veel beter voor dan tot aan een kwartier na rust. ,,We hebben inderdaad niet geweldig gespeeld in de eerste helft. De ploegen waren aan elkaar gewaagd, maar wij de gelukkigste door voor de rust te scoren. Helaas speelden we ons eigen spelletje niet, dat wil zeggen dat het middenveld goeddeels werd overgeslagen. Telkens maar die lange bal en dat leverde eigenlijk niets op. Temeer niet omdat hun verdedigers met hun lengte de baas waren. Gelukkig werd het bij ons veel beter na ons tweede doelpunt. Zo kunnen we ook spelen, maar dat hebben we tegen Voorschoten te lang niet gedaan.”
De nummer zeven had een tevreden blik in zijn ogen na afloop, maar het deed hem volgens eigen zeggen weinig dat hij tot Man of the Match werd uitgeroepen. ,,Leuk, maar dat vind ik niet zo boeiend. Drie punten, daar ging het om. We hadden vorige week immers twee punten cadeau gedaan. Vorig jaar was de start qua punten hel beroerd en een goede start nu is van groot belang. Als we dan net als vorig jaar verderop in de competitie ook gaan draaien, moeten we hoge ogen kunnen gooien.”
De doelpuntenmaker draaide er wat dat betreft niet om heen. ,,Vorig jaar hadden we toch nog een eindschot en zijn we close gekomen ten aanzien van de hoofdklasse. Dat moet nu kunnen lukken met deze selectie. Of dat via een titel is of via de nacompetitie interesseert me niet. Als we volgend jaar maar in de hoofdklasse spelen.”
