FC Rijnvogels had zaterdag geen walk-over (lees ook het eerder geplaatste verslag). Bij de nummer laatst, Benschop, werd met 1-3 gewonnen, maar de Katwijkers moesten weldegelijk aan de bak om uiteindelijk wel drie belangrijke punten te kunnen bijschrijven. Door de winst blijft de formatie van Hein van Heek aan de leiding en op koers voor de (winter)titel. Met aanvaller Thomas Dijk blikte onze redactie terug. Niet enkel op de wedstrijd, maar ook op zijn eerste maanden Rijnvogels na zijn episode bij Quick Boys.
Al helemaal gewend en geen spijt van je beslissing om op de Kooltuin neer te strijken?
,,Ik heb het enorm naar mijn zin. We staan bovenaan, de groep is leuk, het bestuur is okay en voetballend gaat het goed. Het team functioneert goed en ik heb een klik met de groep. Het is ook niet zo dat ik enorm heb moeten wennen, want ik kom uit deze omgeving en diverse spelers kende ik al van Quick Boys of ik heb tegen ze gespeeld. Sander van der Horst, Dirk Varkevisser, Eef Schoneveld, Orlando Ouwehand en Peter Messemakers komen ook van Nieuw-Zuid. Ik voel me hier thuis.”
Over jouw eigen spel. Hoe goed verloopt het?
,,Het gaat wel okay, maar het kan beter. Ik ben aanvaller en heb nog niet gescoord, dus daar ben ik niet tevreden over. Zaterdag kreeg ik één kans, maar die ging er niet in. Op zich krijg ik verder niet heel veel kansen, maar van een aanvaller mag worden verwacht dat hij zijn doelpuntjes meepakt. Natuurlijk ben ik er ook voor de assists als buitenspeler, maar dat kan ook wel beter. Op de training gaat het scoren opvallend genoeg veel beter dan in de wedstrijden. Maar het belangrijkste is natuurlijk dat we veel winnen en anderen makkelijk scoren. Wie er voor de goals zorgen, maakt at the end niet zoveel uit.”
Tegen Benschop was er gevaar voor onderschatting. De nummer 1 tegen de nummer laatst. Hoe hebben jullie de wedstrijd benaderd?
,,Van onderschatting was geen sprake. In de eerste twintig minuten waren we oppermachtig, dus we zijn goed begonnen. Enkel scoorden we niet en vanuit het niets zeilt er aan onze kant een bal in van dertig meter. Daardoor werd het bij ons wel slordiger en ging het ook moeizamer, maar ik heb geen moment het idee gehad dat het niet goed zou komen. Eigenlijk kropen we enkel bij 1-2 nog even door het oog van de naald, maar op de 1-3 was niets af te dingen.”
Je komt van Quick Boys en hebt dus inmiddels een aardige kijk kunnen krijgen op het niveau van je nieuwe club. Naar tevredenheid?
,,Het niveau vind ik dik in orde, zeker voor een eersteklasser. Individueel zijn het goede voetballers bij Rijnvogels en er wordt daarnaast hard voor elkaar gewerkt. Dat maakt samen dat wij terecht bovenin meedraaien en zo spelend is de hoofdklasse niet te hoog gegrepen. Dat neemt niet weg dat we nog niet op de helft zitten en het heeft nog niet tegen gezeten met blessures en schorsingen. Dat zijn factoren waar je geen grip op hebt en dus moeten we zeker niet te vroeg juichen. Er zijn nog zat concurrenten over.”
Zijn er andere valkuilen behoudens die factoren waar je als speler en team geen grip op hebt?
,,We zullen het hele seizoen door moeten spelen met beleving en met de juiste instelling. Wat dat betreft verslappen we vooralsnog niet, hoewel we in de beker bij Olympia vorige week hebben kunnen zien dat als dit wel een keer het geval is, er ook onmiddellijk een probleem is. Die nederlaag was een goede les voor ons allemaal. We hebben daar ook over gesproken en we hebben dat meteen kunnen rechtzetten tegen Benschop.”
Tot nu toe heb je het vertrouwen van de trainer, maar de concurrentie is niet gering bij de Vogels. Hoe sta jij daarin?
,,Het klopt dat de concurrentie groot is. Ik denk dat er bij ons weinig zeker zijn van hun plaats. Ik heb veel gespeeld, maar door een blessure moest ik twee duels toekijken. Daarna was ik weer fit, maar stond ik niet meteen weer in de basis. Niemand kan het zich bij ons veroorloven om slecht te spelen, want de concurrent hijgt in de nek. En daar is trouwens niets mis mee.”
Hoe groot schat jij de kans in dat Rijnvogels volgend seizoen uitkomt tegen Quick Boys?
,,Dan zullen ze wel in de hoofdklasse moeten blijven en niet moeten degraderen. Nee gekheid. Het gaat nu niet zo geweldig daar en dat is niet leuk. Maar het komt daar wel goed op termijn. Ik denk ook niet dat ze volgend seizoen uitkomen in de topklasse. Het hangt puur van ons af of we ze volgend seizoen gaan tegenkomen. Het zou wat zijn.”
Als de weergoden meewerken komt RCL naar jullie toe zaterdag. Een aardige afsluiting van de eerste competitiehelft. Wat weet je van RCL?
,,Diverse spelers ken ik wel. Frank van der Marel, Frank Hillebrandt en Renaldo Nagtegeller komen ook uit de A-selectie van Quick Boys. Met hen heb ik dus samen gespeeld. Het is, zo heb ik mij laten vertellen, een pittige tegenstander en we zullen vol aan de bak moeten.”
