Vorige week donderdag (18 april) gaf de gemeenteraad groen licht voor het aanleggen van een kunstgrasmat op het hoofdveld van de FC Rijnvogels. “Wij zijn hier erg blij mee en de accommodatie wordt hiermee weer verder verbeterd”, was de eerste reactie van voorzitter Niek Jan van Kesteren.
Groei van de club
De preses van de Kooltuinclub staat in zijn mening niet alleen. Binnen de geledingen van de club kwam het goede nieuws niet geheel onverwacht omdat in de ‘aanloop naar de goedkeuring door de raad’ de politieke sterren al gunstig stonden. Maar het definitieve jawoord van de plaatselijke bestuurders werd binnen de vereniging erg positief ontvangen. Met het aanleggen van een kunstmat op het hoofdveld worden de faciliteiten verder uitgebreid. Er kan vrijwel altijd worden gespeeld –extreme winterse omstandigheden daar gelaten. Er kunnen avondwedstrijden worden afgewerkt. Afgelastingen worden verder terug gedrongen en de speeldruk op de Kooltuin kan worden beteugeld. De groei van de club werd door de vroede vaderen der gemeente onderkend en het fiat om het hoofdveld van de Kooltuin van een kunstgrasmat te voorzien, mag dan als een weloverwogen besluit worden bestempeld.
New generation
Hoe kijken betrokkenen er tegen aan? Spelers Joey Zandbergen en Sander van der Horst zijn eensgezind. ‘Het is de toekomst. Je ziet het overal. Het zal wel even wennen zijn, maar het is een goede stap’. Van der Horst, de man op het middenveld van de slidings: ‘ De kans op blessures is minder maar gras had nu eenmaal iets. Met een vuil broekje het veld afstappen, tsja, dat zal niet zo vaak meer gebeuren’, voorziet hij de nieuwe ontwikkeling. Hoe kijkt Zandbergen er tegen aan? ‘Ja inderdaad, dat vuile broekje zal niet meer zo vaak voor komen. Maar het is vooral fijn dat je er ook het hele jaar op kan trainen’, blikt de verdediger vooruit. Ook trainer Hein van Heek is daar blij mee. De man van het onderhoud Frans Houwer, ziet uiteraard ook voordelen. Lachend: ‘De vrijwilligers hebben op maandag minder werk aan het hoofdveld en ook het lijnen trekken behoort tot het verleden’, ziet hij de praktische kant van de nieuwe ontwikkeling in. Een ontwikkeling waar voorzitter Niek Jan van Kesteren zeer content mee is. Een velen met hem. Al moeten de van oudsher ‘grasvreters’ de knop wel even omdraaien. Kunstgras: de nieuwe generatie zal niet beter meer weten.
