(Zaterdag,2C)- Kagia herstelde zich enigszins van de smadelijke 10-0 nederlaag bij DSO, maar kon niet verhinderen dat Naaldwijk drie punten mocht bijschrijven (2-0). Optimist en trainer Jerry Ubink had toch weer voldoende aanknopingspunten gezien voor een broodnodige eindsprint in de competitie, terwijl ook doelman Sander van der Niet de handdoek nog niet in het bereik houdt om die te werpen.
Eerst nog even terug naar de oorwassing van vorige week. Voor geen enkele speler een pretje, maar voor een doelman het meest vernederend. ,,Op het veld had ik dat ook nog nooit meegemaakt, wel in de zaal. Kijk, dat het lastig zou worden bij DSO was geen verrassing. De nummer 1 en topfavoriet voor de titel tegen de nummer laatst. Maar dit sloeg alles. We kwamen knullig op 1-0 achter en daarna vloog alles erin wat ze voor de voeten kregen. Toch hebben we ook onze kansen gehad, enkel scoren we verdomde moeizaam. Maar nee, wat mij betreft nooit meer. Vooral in de tweede helft werd ik met de minuut kleiner. Je mag gerust weten dat ik er wel een aantal dagen doodziek van ben geweest. Wat een afgang.”
Afgelopen zaterdag werd het dus minder pijnlijk voor Kagia, maar wederom stond de ploeg met lege handen. ,,Onze start was best goed. Lange tijd waren we niet minder, maar we kunnen deze nederlaag bijschrijven bij de serie weer-net-niet. Niet voor het eerst dit seizoen kwamen we op knullige wijze achter uit een corner. De 2-0 viel niet ver daarna en vanaf dat moment was ons geloof wel weg. Ontzettend jammer, want ook nu kregen we onze kansen. Het zit echter voor geen centimeter mee.”
Trainer Ubink vond dat zijn ploeg het naar behoren had gedaan en dat er wat te halen was in Naaldwijk. ,,Ik denk te mogen stellen dat we beter waren in de eerste helft. Vooral Rutger (Goudriaan, red.) had het geluk niet aan zijn zijde in de afwerking. Met 0-1 komt er toch meer vertrouwen in de groep, maar het mocht weer niet zo zijn. Na de 1-0 achterstand, een corner die zomaar in één keer binnenvalt, kregen Rutger en Jeffrey (Timmermans, red.) de kans op de gelijkmaker en ook Jelle (Clemens, red.) was dichtbij met een schot. Je zou die goal er wel in willen schreeuwen. Toen het 2-0 werd, knakte de ploeg. Dat snap ik wel.”
Kagia heeft nog twee ploegen in de buurt staan en dus kan de dans nog worden ontsprongen. Ubink weet dat de tijd doortikt, maar was ook na Naaldwijk strijdbaar. ,,Ik haal graag de positieve zaken eruit. Het heeft geen zin om negatief te zijn, want daar win je niets mee. Van die 10-0 heb ik ook geen halszaak gemaakt. DSO kreeg er drie punten bij en wij niets. Bij 1-0 was dat ook het geval geweest. We hebben tegen Naaldwijk wederom voldoende kansen gecreëerd en dat is hoopvol. Als dat niet meer lukt, dan stopt het pas. Ik vind dat de ploeg meer verdiend. Ze doen er alles aan, maar dat greintje geluk ontbreekt te vaak dit seizoen. Dat moet toch een keer omslaan, kan niet anders. Onze concurrenten verloren ook en dus kan het nog steeds.”
Van der Niet, die met Sander Goudriaan een strijd uitvecht als eerste sluitpost bij de tweedeklasser, is van mening dat alles net de verkeerde kant opvalt voor zijn ploeg. ,,Het zit niet mee, daarmee overdrijf ik niets. We kunnen echt wel vaak meekomen in deze klasse. Vlak voor de winterstop wonnen we bij Valken. Dat was een opsteker. In recente oefenpotten hebben we ook laten zien geen baggerelftal te zijn. Tegen FC Rijnvogels hielden we het aardig vol en van Be Fair wonnen we dik. Dat zijn toch ook niet de minste clubs. Als we beter gaan afronden dan moet het omslaan. Nu is het telkens zo dat er wat breekt wanneer wij niet scoren en de tegenstander dat wel doet, ook als de opponent niet sterker is. Wat mij betreft gloort er nog steeds hoop en ik zie licht aan het eind van de tunnel. We blijven er alles aan doen. Mocht het toch misgaan dan is er geen man over boord bij de club, maar is het wel erg jammer dat al het werk van vorig seizoen dan teniet wordt gedaan.”
Van der Niet weet trouwens nog niet of hij volgend jaar het doel zal verdedigen, ongeacht in welke klasse Kagia dan uitkomt. ,,Ik kamp al sinds december met een rugblessure en ik weet niet hoe zich dat ontwikkelt. Ik wil nog niet stoppen, maar misschien ga ik lager keepen. Ik weet het nog niet. Maar die beslissing kan nog wachten. Winstpartijen van de ploeg niet.”
