Na de zware 6-0 nederlaag uit bij titelkandidaat DWO zijn de wolken boven de Kikkerpolder nog donkerder dan donker maar kan zijn. Althans, wanneer er gesproken wordt over de clubkleuren groen en wit. Slechts een overwinning in de thuiswedstrijd bij BSC ’68 en een gelijkspel of nederlaag van LSVV ’70 kan de kikkers nog op het droge brengen. Anders zijn de groen-witten veroordeeld tot de nacompetitie.
Lugdunum kwam van een koude kermis thuis na een bezoek aan Zoetermeer. In de beginfase kreeg de ploeg van Hennie de Klerk drie grote kansen, maar uitgerekend na een rode kaart bij de thuisploeg kantelde het duel en stond het plots 3-0 bij rust. Na de pauze ging het snel weer fout voor de Leidenaren en was de wedstrijd gespeeld.
Trainer De Klerk kan begrijpen dat een buitenstaander denkt dat zijn ploeg geveegd is. ,,Het zijn duidelijke cijfers, maar ik zag de wedstrijd. Geloof me, we hadden na twintig minuten met 0-2 voor kunnen en moeten staan. Op zich was er nog niets aan de hand, want we hielden hen van kansen af. Vervolgens komen zij met tien man te staan en zou je zeggen dat er nog meer kansen zouden komen om een resultaat mee naar huis te nemen. Toch kwamen we met 1-0 achter, doordat we niet doen wat we moeten doen. Binnen vijf minuten is het 3-0 en dan sta je met een mond vol tanden. In de rust hebben we getracht de zaken nog te repareren, maar kort na de pauze werd het 4-0 en speel je een kansloze middag. Wat mij betreft de vervelendste middag in de 2,5 jaar dat ik hier zit.”
Was DWO te sterk of waren jullie niet in goeden doen, is de vraag die onze redactie stelde aan middenvelder Nick van der Reijden (foto).
Nick bekent openlijk dat het een off-day was. ,,Wij waren veel te zwak en konden zelfs tegen tien man nauwelijks gevaarlijk worden. Halverwege de eerste helft werd er een DWO-speler met twee keer geel uit gestuurd, maar toch konden wij niets met de numerieke meerderheid forceren. Bij de rust stonden we al met 3-0 achter en ik wijt dat grotendeels aan fouten van onze kant.” Van der Reijden trekt dus eerlijk het boetekleed aan en biecht op dat hij zelf ook ver onder zijn kunnen speelde. ,,Wij kwamen niet aan voetballen toe en DWO counterde ook met tien man gevaarlijk uit. Soms werden wij overlopen. Ook in de tweede helft ging er weer veel mis. Wij konden nauwelijks iets creëren. Eigenlijk heb ik er geen goed woord voor over.”
Van der Reijden beseft zich dat in deze benarde positie hij en zijn team afhankelijk zijn van LSVV ’70. ,,We moeten zelf winnen maar dan nog hebben wij het niet in eigen hand. Die drie punten die wij van de KNVB in mindering kregen betekenen dat wij nu afhankelijk zijn. (De drie punten in mindering werden gegeven omdat de thuiswedstrijd tegen Oegstgeest destijds werd afgelast en de KNVB dit niet accepteerde, red.) De Lugdunummer baalt stevig van die wellicht bepalende straf. Lugdunum leeft nu tussen hoop en vrees. Hij verwacht niet dat stadgenoot en tevens medebewoner van de Kikkerpolder, LSVV ’70, bij het reeds gedegradeerde Oosterheem een steekje zal laten vallen maar zo hoopt hij: ,,Verassingen zijn in de voetbalsport niet uitgesloten.” In deze is de wens de vader van de gedachte. Een sprankje hoop dus, maar eigenlijk een beetje ijdele hoop. Tenslotte en wellicht realistisch: ,,Ik zie het niet meer goed komen.” Dus houdt Van der Reijden al rekening mee dat er nog een staartje aan dit seizoen zit.
Opstelling Lugdunum: Bleijs, Bouchnafa, Du Prie, Brandt, Van Diermen, Poulina, Harleman, Van der Reijden, Vrede, Tolud, Khalid.
