vrijdag, maart 29, 2024
HomeColumnColumnist Gerard BolColumn: ‘Dan voel ik me bijna een Neanderthaler’

Column: ‘Dan voel ik me bijna een Neanderthaler’

-

Dan voel ik me bijna een Neanderthaler’

Dat schoot er deze week door mij heen toen ik bij een bijeenkomst van diverse pr-medewerkers van FC Rijnvogels als wedstrijdspeaker aanwezig was. Anno 2015 hebben we het met de pr over de groeps-app, Rijnvogels televisie, sporttweets geprojecteerd op een televisiescherm in de kantine, de website al dan niet met filmbeelden en podcasts, de snelheid van het melden van vertrekkende en-/ of nieuwe spelers of contractverlengingen en gelukkig werd hét woord uit mijn Rijswijkse voetbaljeugd bij K.R.S.V. Vredenburch in de vorige eeuw ook in dit overleg genoemd… het clubblad.

C3 (Small)

Ik breek met deze column een lans voor het behoud van dit voetbalwoord bij uitstek voor de Nederlandse taal, en dat geldt ook voor de verbasterde zusternaam ‘clubblaadje’. Hoeveel keren ben ik vanaf de tweede helft van de jaren zestig in de vorige eeuw niet van het portiek drie hoog naar beneden gelopen om te kijken of hét die donderdag al in de brievenbus lag? Vele malen te vroeg! Elke week kwam het uit, op A4-formaat in de lengte gevouwen en gestickerd zodat de postbode zich niet kon vergissen. Alles stond erin, natuurlijk de bestuurlijke zaken, het wedstrijdprogramma van het komende weekend, wedstrijdverslagen, teamsamenstellingen aan het begin van het seizoen, waar de afkeuringslijsten hingen en zonodig redactionele artikelen. Ik las ze met rode konen uit en heb ze jarenlang bewaard totdat ik alleen de memorabele nummers maar ging bewaren.

C1 (Small)

 

Mijn Neanderthalergevoel ontstond toen ik weer terugdacht aan de typemachine, met tandenborstel om de letters open te houden, het onwelriekende inbrandapparaat en de stencilmachine die stond te stomen om de duizenden zwartwit blaadjes wekelijks uit te spugen. Rapen, nieten en stickeren en naar de post om ze te laten bezorgen, een veertig keer per jaar. Geen foto’s en geen reclames, die ontstonden pas bij een modernere uitgave van het clubblad. De clubbladredactie kwam door de zondagafdeling direct diezelfde avond al bijeen om o.a. alle briefjes met de geschreven wedstrijdverslagen te ontcijferen en te verwerken. Het K.N.V.B. blad van West 2 lag in de aanslag waaruit de te spelen komende wedstrijden werden opgezocht. En één redactielid ‘kraste’ op werkelijk artistieke wijze op het ingebrande mastervel wat getekende lijnen. Deze illustraties maakten het helemaal, hij had er talent voor.

In de midden jaren zeventig vormde ik met twee andere spelers uit ons A-team een jeugdredactie met de jeukende rubrieksnaam ‘Jeugdpuistjes’. Daarin gingen we met jeugdige overmoed in op wat er op Vredenburch gebeurde. Wij vonden dat het anders kon en met een knipoog was er elke week één à twee pagina’s milde satire en zelfspot. Maar die werd niet door vele oudere lezers gewaardeerd. Maar we hebben wel veel lol gehad bij onze zondagmiddagredactiesessies en ook geleerd. Want wij schreven met balpen onze teksten uit en op de weg naar huis deed ik deze in de brievenbus bij één van de drie redactieleden. En was ik wat vergeten… snel doorfietsen naar huis en daar kon ik dan mijn makkers in het kwaad van ‘Jeugdpuistjes’, Rob van Rijn en John Witjes, bellen. Maar dan moesten ze wel thuis zijn.

C6 (Small)

Hoe mooi was het dan ook toen erelid Piet van Kampen bij dat pr-overleg van FC Rijnvogels iets mocht vertellen over het clubblad. Ik zag die glinstering in zijn ogen, ik herkende die zo vanuit mijn jeugdige redactiewerk in de vorige eeuw, proefde de passie waarmee hij zijn woorden koos om het blad te beschrijven. ,,Het komt met een gekleurde omslag vier keer per jaar uit, door de kosten met zwartwit foto’s. Maar dan heb je ook wat in handen. En het wordt bezorgd door de leden zelf. Als ik met een stapel nieuwe clubbladen de kantine inloop dan wordt het zo uit mijn handen gegraaid.” Toen zei een twintiger, groot geworden in een digitale samenleving na Piets pleidooi: ,,Ik heb alle clubbladen altijd nog bewaard. Je hebt dan toch zeker wat in je handen.”

Ik kreeg even kippenvel, de cirkel was weer rond. Ondanks alle moderne en snelle communicatiemiddelen was ik op die stoel in de bestuurskamer van FC Rijnvogels weer enige gelukzalige momenten dat ondeugende jeugdredactielid van Vredenburch uit de zeventiger jaren. En dat gevoel raak ik nooit meer van mijn leven kwijt. Dus als de K.N.V.B. in 2016 een wedstrijd uitschrijft voor voetbalwoord van het jaar dan geen ‘Haagse Chinees’, ‘Zeister bos’, ‘Tweede divisie’ maar gewoon… ‘clubblad’. Piet van Kampen, oervader van dit clubblad, bedankt voor het aanboren van mijn jeugdherinneringen deze week!

C4 (Small)

 

 

 

Gerard Bol
Gerard Bol
Spraakmaker, ook actief voor RTV Katwijk, gaat volledig op in verslaggeving. Duizendpoot, aanstekelijk enthousiasme, gek op rubriek Latje Trap.

Must Read