vrijdag, april 19, 2024
HomeColumnColumn: Lichaamstaal

Column: Lichaamstaal

-

Non-verbaal gedrag brengt een boodschap aanzienlijk duidelijker over dan het gesproken woord. Op het voetbalveld is het niet anders. Of de lichaamstaal ook altijd zinvol is waag ik te betwijfelen.

Neem nou die kleine, maar balvaardige en snelle spits. Ergens rond de middellijn staat zijn teamgenoot klaar om een vrije bal richting strafschopgebied te sturen. De spits steekt zijn hand op met zo’n gebaar van ,,kom maar op met die bal!” Zijn vingers steekt hij daarbij zo’n beetje in de neusgaten van de boomlange, kale en tandeloze centrumverdediger, die tegen en over hem geleund staat. De aanvaller gaat er vanuit dat de man van de vrije trap het volgende denkt: ,,Kijk, onze spits steekt zijn hand op. Hij wil de bal hebben. Weet je wat? Ik leg de bal op zijn stropdas. Hij zal de bal rustig aannemen, controleren, die grote vent omspelen en scoren.” Is dit een realistische gedachte van onze spits? Lijkt me niet. De man achter bal redeneert het volgende: ,,God, daar staat hij weer met die hand omhoog. Wat een loser. Die beul achter hem drukt ‘m zo onder de grasmat. Het passje naar de dichtstbijzijnde medespeler zou een teken aan de wand moeten zijn. Tien minuten later staat de spits echter weer met die hand omhoog.

Dan is er natuurlijk het gebaar waarmee iemand de uitgooi claimt. Bij een duel verdwijnt de bal over de zijlijn. Vriend en vijand, toeschouwers, de scheidsrechter en de juffrouw van de kantine hebben gezien dat speler X het was die de bal het laatst raakte. ,,Onze uitbal scheids.” maakt X duidelijk met een handgebaar. Denkt de speler dat hij te maken heeft met krankzinnigen? Met mensen met een ernstige visuele beperking? Dit gebaar dient gestraft te worden met minimaal een gele kaart.

banner column

Kan het irritanter? Ja, dat kan en wordt vooral aangetroffen bij verdedigers en middenvelders. Het is een ultieme vorm van beperkte voetbalkwaliteiten naar mijn mening. Komt-ie.

De speler, laten we hem Bart noemen, drijft de bal wandelend op. Geen tegenspeler die hem dat lastig maakt. Hij houdt even de bal onder de voet en speurt het veld af. Nog immer gebeurt er niets. Nog een metertje lopen dan maar. Weer kijkt Bart even op, maar gaat niet over tot daden. Uiteindelijk is er iemand van de andere partij het zat. Niet eens met de serieuze bedoeling de bal te ontfutselen aan de man met de bal loopt hij er heen. ,,We moeten vroeg druk zetten” heeft de trainer hem immers gezegd. Paniekerig speelt de held van dit stukje naar een medespeler die op vier meter van hem afstaat. Nu komt het dan waar ik op doel: onmiddellijk (en ongetwijfeld opgelucht omdat hij de bal kwijt is) begint Bart te wijzen. Dáár moet die bal heen en dáár staat een man vrij. Met weidse armgebaren geeft hij aan wat er met de bal moet gebeuren. Had je dat zelf niet kunnen doen Bart? Waar slaat dat wijzen op?

We komen nu aan de finale: de ultieme vorm van foute lichaamstaal. Er wordt iemand van achter op een meedogenloze manier getackeld. Achillespezen zouden afgescheurd kunnen zijn, gruwelijke open botbreuken waren zeker mogelijk door deze brute actie. Terwijl het slachtoffer kermend op de grond ligt maakt de dader met zijn handen gebaren alsof hij de buitenkant van het leer streelt: ,,Ik speelde de bal scheidsrechter.” Hier passen drie gebaren bij: het tikken met de vinger op het voorhoofd, het omhoog houden van een rode kaart en het wijzen naar de kleedkamer voor de aanslagpleger.

Non-verbale communicatie: het maakt zoveel meer duidelijk dan het gesproken woord.

 

Ruud Fraij
Ruud Fraij
Verslaggeving sinds 2012. Ex-docent. Humorist. Werkte ook voor ZZ Leiden, tegenwoordig breed inzetbaar, LAV is zijn passie geworden, ruud@leidenamateurvoetbal.nl. Af en toe een reisje, niets mis mee. Af en toe terrasje, ook prima!

Must Read