vrijdag, maart 29, 2024
HomeUit de oude doosOude clubheldenOude Clubheld: Brian Monks, een leven in teken van het jeugdvoetbal

Oude Clubheld: Brian Monks, een leven in teken van het jeugdvoetbal

-

In de eerste oude clubheld van dit seizoen trok Cees Mentink de nodige tijd uit voor voor Brian Monks. Het is een heel epistel geworden. Buiten regent het en op de bank in de huiskamer is het lekker om even achterover te leunen en het verhaal te lezen. De tweede versie van deze rubriek is alweer in de maak…Cees graaft en vindt!

Hij legt, enigszins bescheiden, een brief voor mijn neus. ,,Ooit ontvangen”, zegt hij.  Het is een korte, veelzeggende tekst, zo blijkt:

Laatst zaten we een avondje over voetbal te praten (hoe kan het anders?) en toen vroegen wij Tim wie hij nu in alle afgelopen jaren de fijnste trainer vond. Vrijwel meteen kwam zijn antwoord dat jij dat was geweest. ,,Altijd positief en opbouwend en nooit iemand afvallen na een slechte wedstrijd”, waren zijn redenen, en ook vond hij jouw trainingen erg plezierig.

Omdat dit soort dingen altijd leuk om te horen zijn en wij je zelden tegenkomen, wilden wij je dit dan maar even via een briefje laten weten.  Wij vonden het toen ook zo bijzonder aardig dat je helemaal naar Rotterdam bent gekomen om Tim daar een keer met Feyenoord te zien meespelen!

We hopen dat alles goed met je gaat en dat we je in het nieuwe seizoen weer tegen zullen komen bij Voorschoten ’97. Veel groeten. Henk en Mia van Moerkerken, de ouders van Tim.

(De namen zijn om privacyredenen veranderd).

•Brian met schoenen-van-toen. ‘Tegenwoordig spelen ze op rode, blauwe en gele schoenen. Dat is mode, en mode gaat ook weer voorbij.’
Brian met schoenen-van-toen. ‘Tegenwoordig spelen ze op rode, blauwe en gele schoenen. Dat is mode, en mode gaat ook weer voorbij.’

Brian Monks (77) glundert en mompelt: ,,Leuk, hè!” Daarmee wil de in  Liverpool geboren Brian in feite zeggen: daar doe je het voor.

Hij kan terugkijken op een heel behoorlijke, deels professionele voetbalcarrière, al speelde die zich niet af in Nederland, maar in Australië. Na twee heupoperaties moest hij mede op advies van zijn dokter een streep zetten onder zijn loopbaan als jeugdvoetbaltrainer. Met pijn werd het consigne opgevolgd. Nu staat hij elke week langs de lijn, kleinzoon Tristan speelt in de jeugd van RCL.

Vader William

,,Mijn eerste herinnering aan het spelletje is een wedstrijd van mijn vader”,vertelt Brian. ,,Hij maakte als middenvelder deel uit van het Liverpool Transport Football Team, dat in een bedrijvencompetitie speelde. Mijn vader, hij heette William, was buschauffeur en later tramconducteur. Als jochie van een jaar of zeven was ik natuurlijk trots op hem. Dan kwam hij ’s avonds thuis, moe, en in mijn belevenis was het altijd koud.”  Dan komt uit de krochten van zijn herinnering  het volgende verhaal: ,,Mijn vader werd in de Tweede Wereldoorlog opgeroepen voor de militaire dienst. Hij moest naar het front. Dat werd eerst Noord-Afrika onder veldmaarschalk Montgomery. Zijn bataljon van de Royal Engineers werd naar Italië getransporteerd om te vechten tegen de legers van Mussolini en Hitler. Mijn vader werd door de Duitsers gevangen genomen, belandde in concentratiekamp en bevrijd door de Amerikanen.”

Het gezin Monks heeft vader William vijf jaar moeten missen, vier jaar daarvan hoorden ze niets van hem en bleven moeder en kinderen in het ongewisse of hij nog in leven was. ,,Uit onze straat moesten vier jonge mannen het leger in, alleen mijn vader kwam terug.”

Spel en studie

Het voetballeven van Brian Monks begint in 1953, in Australië, waarnaar het gezin was geëmigreerd. De overtocht, per boot, kostte vijf pond, voor vader en moeder en de kinderen Lynn, Tony en Brian. Ze trokken in bij de zus van vader William. In Perth was men onder de indruk van de voetbalcapaciteiten van de beide boys. Of ze bij FC Subiaco wilden komen. Natuurlijk, maar alleen wanneer vader William een baan zou krijgen. En zo geschiedde.

Tony en Brian Monks speelden de sterren van de hemel en werden gescout door Perth City, een club van klasse. De club betaalde bij winst en gelijkspel, bij verlies hield de penningmeester de hand op de knip. Intussen studeerde Brian op een MTS met stukadoren als hoofdvak. Vader werd ‘greenkeeper’ bij de golfclub en het gezin kreeg een woning.

Perth City. Brian, staand 3e van rechts; broer Tony, gehurkt, 1ste van rechts.
Perth City. Brian, staand 3e van rechts; broer Tony, gehurkt, 1ste van rechts.

 

In de watten

In 1960 vertrekt hij naar Londen. Brian wilde de wereld leren kennen. Hij woonde aan Earl’s Court Road 345, had allerlei baantjes, en vloog twee jaar later terug naar Australië. Hij sloot zich aan bij Windmills, een club met louter Nederlandse jongens die in de bouw werkzaam waren.

Bij winst kreeg hij 300 Australische dollars uitgekeerd, bij een gelijkspel 150 en bij verlies een frisdrankje. Enorme bedragen voor die tijd.  ,,We werden gehaald en thuis gebracht met een taxi”, lacht hij nagenietend. ,,Dat zijn drie wereldjaren geweest.” De mannen werden in de watten gelegd.

Tricolores, een Italiaans getinte vereniging, haalde hem binnenboord, gevolgd door Menora, eigendom van een schatrijke bioscoopeigenaar, om zijn loopbaan te beëindigen weer bij de Italianen.

,,Wij speelden onder meer in de West Australian Soccer Football Association en reisden van hot naar her”, weet hij, ,,Dat kwam goed uit, want ik wilde  Australië verkennen en bezocht daarom ook Sydney en Brisbane.”

Liefde

Brian werkte in de bouw en reisde elke dag naar het plaatsje Cainers, waar hij het nodige stucwerk had uit te voeren. In dat dorp ontmoette hij een meisje, Adrie Mulder, een geboren Leidse. Zij werkte op de administratie van een vleeswarenfabriek. Het tweetal raakte aan de praat en bleek in hetzelfde pension te wonen.

Terwijl Adrie en Brian elkaar in hun met smaak ingerichte huis in Leiderdorp aan kijken, zegt Brian, enigszins verlegen: ,,Love at first sight and still my everything.” Adrie is overigens geboren in Leiden, het gezin Mulder had een kruidenierswinkel in de Nieuwsteeg. Het tweetal besloot te verhuizen naar Nederland, maar trouwde eerst, met alles er op en er aan, in Australië. Ze zouden gaan wonen in de zeer royale woning aan de Leidse Nieuwsteeg.

De tijd die beiden nodig hadden om afscheid te nemen van Australië en alles in gereedheid te brengen voor de lange boottocht werd door Brian gebruikt om af te bouwen bij The West Australian University Soccer Club. Daarvoor moest hij als student worden ingeschreven bij de universiteit, dat lukte. ,,In mijn laatste voetbaljaar scoorden wij 49 doelpunten, kregen er elf om de oren en werden tweede. Helaas, wij promoveerden niet. Jammer, want dat had een prachtige apotheose geweest.”

Jeugdtrainer

Adrie en Brian acclimatiseren wonderbaarlijk snel in Leiden. Hij start zijn stucadoorsbedrijf en werkt dag en nacht. Ze krijgen een zoon, Rob, die aanleg heeft voor voetbal. Rob was ambitieus. Brian: ,,Ik ben objectief wanneer ik zeg dat Rob snel was, agressief, technisch sterk en over een uitstekend schot beschikte.” Hij ging spelen bij Roodenburg. Onder Jan Lovink heeft hij daar een goede tijd, onder meer met Jeffrey van As, die het nog ver zou schoppen. Monks junior gaat naar RCL A1, maar hij wil hogerop, speelt enkele proefwedstrijden bij Ajax en krijgt het advies om naar UVS te gaan: ,,Daar zullen wij jou blijven volgen.” Dat is niet voldoende voor Rob.  Wanneer hij niet goed genoeg voor Ajax is, stopt hij. Hij hangt de voetbalschoenen aan de wilgen en geeft zich over aan zijn grote hobby: windsurfen.

Rob vertrekt naar Hawaii, waar hij zich jarenlang  steeds een half jaar vestigt en zijn lievelingssport beoefent. De andere zes maanden werkt hij in het bedrijf van senior. Met het verdiende geld kan hij steeds weer afreizen. Brian staat bij RCL elke week langs de lijn; hij praat met Jan en Alleman van de club en wordt gevraagd ,,een beetje te komen assisteren.”

,,Van het een kwam het ander en na een praatje met toenmalig A1-trainer Piet Knetsch ging ik de A3 doen. Hij herinnert zich Aldo Korpershoek nog als een vrolijke voetballer die van alles deed wat niet mocht. Hij bouwt een  vriendschappelijke relatie op met fysiotherapeut Lou Orth, bij wie hij voor een blessure behandeld wordt. De mannen denken hetzelfde over voetbal. Dan veert Brian op en zegt: ,,Lou Orth moest voor een wedstrijd naar de wc, de spelers gaan het veld op, ik denk helemaal niet aan Orth en ik sluit de kleedkamer af. De man heeft wel een half uur tegen de deur staan bonken en ‘doe open, doe open’ staan  schreeuwen…Haha.”

Problemen bij RCL

Bij de Leiderdorpse club wordt de trainer van A1 ontslagen en het bestuur vraagt of Brian zijn taken wil overnemen. ,,Daar voelde ik in beginsel weinig voor”, merkt hij op. ,,Bij de C liep David Brandt en ik vond hem meer geschikt om hogerop te gaan. Het bestuur vond hem te jong. ,,Jij hebt meer overwicht”, werd er gezegd. Na overleg met David ben ik de A1 gaan doen.”

Het loopt lekker qua sfeer, maar er worden naar de zin van het bestuur te weinig punten gepakt. Brian wordt bij het bestuur geroepen. Hij moet plaats nemen naast jeugdvoorzitter Peter Loesberg, die hem zegt dat de A’s te weinig rode kaarten pakken, met andere woorden: ze spelen te slap.

,,Wanneer wij er met Kerstmis niet beter voorstaan, word je ontslagen”, zegt Loesberg. Dan spreekt Brian de historische woorden: ,,Maar Peter, je hoeft helemaal niet tot Kerstmis te wachten met ontslag, ik ga nu, en meteen.” Stomverbaasd wordt hij door de bestuursleden aangestaard, er wordt geroepen: ,,Dat kun je niet maken.”  Brian staat op, doet zijn jas aan en verdwijnt in de nacht.

St. Oswald Liverpool schoolteam van Brian Monks, elf spelers, geen reserves, geen wissels. ‘Wanneer er iemand werd uitgestuurd of zich blesseerde, speelden we met een man minder en zette je er een tandje bij.’ Brian staat uiterst rechts.
St. Oswald Liverpool schoolteam van Brian Monks, elf spelers, geen reserves, geen wissels. ‘Wanneer er iemand werd uitgestuurd of zich blesseerde, speelden we met een man minder en zette je er een tandje bij.’ Brian staat uiterst rechts.

Dubbele agenda?

Achteraf kun je een koe in de kont kijken en hier gaat het gezegde zeker op. Brian Monks: ,,Toen ik de A1 onder mijn hoede had, was Theo de Waard de hoofdtrainer. Op een dag had hij mijn spits, een aanstormend talent, gezegd te moeten meespelen met het eerste in een oefenwedstrijd. Ik was niet geraadpleegd. Dat was niet fris. De jongen moest op geleende schoenen spelen en had nog weken last van blaren.” Er was nog een akkefietje: ,,Wij speelden in Hoek van Holland een leuke wedstrijd en gingen opgewekt naar huis. Heeft de elftalleider de tas met shirts, broekjes en kousen vergeten. Wij bellen naar Hoek van Holland. Nee, nergens te bekennen die tas. Kom ik in de loop van de week op de club zie ik dat Rinus Rijnsburger alles heeft gewassen en aan de lijn heeft gehangen. Mij en niemand anders van A1 was verteld dat de spullen er waren. In zo’n sfeer is het moeilijk werken.”

Ter Leede/Koudekerk

Bij Ter Leede gaat Brian de B1 trainen voor een jaarsalaris van drieduizend gulden. Vanwege de goede resultaten ontvangt de inmiddels in Leiderdorp wonende jeugdtrainer een bonus van vijfhonderd gulden. Toch wordt hij ontslagen. Waarom? Brian tast nog steeds in het duister. Hij heeft wel een vermoeden: ,,Jeugdcoördinator, ene Haaskamp, gaf de voorkeur aan jeugdtrainer Peter Klink, die ook bij UVS actief was geweest, dus exit Brian. Deze Klink heeft het niet lang uitgehouden bij Ter Leede, de spelers van B1 pruimden hem niet.”

Hij gaat dichter bij huis aan de slag. Bij Koudekerk A1 en maakt het team meteen kampioen. Dat is voor het eerst in de geschiedenis. Het wordt een jubeljaar. Koudekerk A1 bereikt de finale van de Leidsch Dagblad Beker. In een dubbeldekker wordt er naar Sassenheim gereisd, er moet uitgerekend tegen Ter Leede worden gespeeld.

,,Er waren vijf wissels toegestaan. Ik heb ze allemaal gebruikt, omdat ik vond dat wij dit succes met z’n allen hadden bereikt.” Koudekerk pakt de beker. Brian die dat seizoen met een vergoeding van zestienhonderd gulden genoegen neemt, krijgt weer een bonus, opnieuw vijfhonderd gulden.

De grote finale

De resultaten van Brian Monks zingen rond. Ook Voorschoten ’97 heeft hem gevolgd. Hij krijgt een mooi contract: hij mag al het stucwerk doen van de nieuwbouw van een van de bestuursleden. Koudekerk begrijpt niets van zijn vertrek. Brian vraagt begrip en zegt: ,,Zaken zijn zaken.”

In samenwerking met een andere trainer pakt hij de A1 en A2 op. Van de A2 schuiven er steeds spelers door naar de A1, met het bekende gevolg: er wordt nauwelijks meer gewonnen. Toch weet hij de jongens te motiveren. Bij een stand van 1-0 in het voordeel of bij een gelijkspel een kwartier voor tijd, gaan de ballen het complex uit, er wordt tijd gerekt of Brian gooit een tweede bal in het veld.

Zo worden er punten bij elkaar gescharreld. Robert Toret, nu verslaggever van het Leidsch Dagblad was een van de spelers die het voortouw nam. In totaal heeft Brian zeven jaar bij Voorschoten ’97 onder contract gestaan; de laatste jaren, op zijn verzoek, bij de E-tjes.

,,Bij die jochies moet je alles voor doen”, doceert hij. ,,Op een gegeven moment stap ik over de bal, maak een draai en voel een hevige pijn. Ik naar de dokter, die constateert dat er iets mis is met de heupen. Goed mis!” In 2006 krijgt Brian een nieuwe heup aan de rechterkant, twee jaar later links. Het wordt een pijnlijk afscheid, letterlijk en figuurlijk.

Na een bewonderenswaardig snelle revalidatie besluit de Brit te gaan golfen. Het bevalt hem uitstekend. Daarnaast doet hij nog hand- en spandiensten voor de golfclub. Zijn week zet behoorlijk vol. Adrie en Brian hebben zoon Rob, dochter Vanessa en vier kleinkinderen. Regelmatig wordt een beroep op hen gedaan, waar ze gaarne aan voldoen. ,,Kleinkinderen zijn een feest”, klinkt het in koor. Wanneer Adrie aan de piano plaats neemt en ,,Lieder ohne Worte” van Mendelssohn speelt, wil Brian nog kwijt, dat hij ,,die kleine gassies” altijd lekker liet spelen: ,,Ik stuurde ze nooit met een pakket opdrachten het veld in, alleen de grote lijnen vertelde ik hen. Ook heb ik ze steeds voorgehouden respect te hebben voor hun ouders en voor iedereen die hun wat willen leren.”

De uitsmijter: ,,Liverpool is altijd mijn club gebleven. Ik volg de wedstrijden. Nee, het gaat momenteel niet zo goed met Liverpool, het ziet er somber uit voor de trainer. Het management wil resultaten zien. Hier gaat de vergelijking met een kalkoen op. Dat dier haalt zelden de Kerstmis in Engeland, dat geldt hoogst waarschijnlijk ook voor trainer Brendan Rodgers, de huidige trainer.”

Must Read