woensdag, april 24, 2024
HomeUit de oude doosOude clubheldenOude clubhelden: Dominee Johann Peter Honnef: ,,Voetbal was zijn leven"

Oude clubhelden: Dominee Johann Peter Honnef: ,,Voetbal was zijn leven”

-

,,Toen mijn vader vlak na de bevrijding in 1945 als (hervormde) dominee werd beroepen in Leiderdorp en in de lente van het jaar daarop zijn pastorale arbeid aanving, was de eerste vraag die hij stelde aan een van de gemeenteleden: ,,Waar is het voetbalveld van RCL?”  Mijn vader was dol op voetbal. Niet dat hij zelf een enthousiast beoefenaar of getalenteerde speler was geweest, nee. Maar hij vond het machtig mooi om ernaar te kijken. Dat hij voorzitter van RCL zou worden, stond meteen wel vast, alleen de datum nog niet.”

Cathrien Honnef vertelt…
Cathrien Honnef vertelt…

Als een herdershond

Cathrien Honnef praat in haar smaakvol ingerichte appartement met liefde over haar vader, Johann (2x n) Peter Honnef (1910 – 1985). Om de juiste woorden te vinden en herinneringen naar de oppervlakte te halen, tuurt ze regelmatig naar buiten en glimlacht. Fraaie volzinnen kunnen genoteerd worden, zoals: ,,Als een herdershond liep hij rondom en tussen de kudde en waakte over het welzijn van zijn gemeente.” Hij preekte ‘onderlinge vriendschap, saamhorigheid en clubliefde’ en inspireerde eenieder ‘die te smeden en te laten groeien’. Het bevorderen van samenwerking met gereformeerden typeerde hij als: ,,Een kruis mij opgelegd.”

Het zou toch nog tot 1952 duren, aleer dominee Honnef de voorzittershamer ter hand nam. Hij omgaf zich met mensen die zijn boodschap begrepen en ook bereid bleken die uit te dragen. Namen? Ab Pruis, Cock Geel, Jan van der Horst, Henk Botermans, Arie Vons, Henk van Egmond en Jan van der Linden. Ook haalde de ‘herder’ Teun Rietveld bij de club. Teun is nog steeds ‘zeer aanwezig’ bij en actief voor RCL. Over clubtrouw gesproken.

De dominee stond tot 1970 aan het roer van de rood/witte-voetbalclub. Nee, hij had niet meegemaakt dat de gebroeders Mug en Piet van Leeuwen, een stelletje ongeregeld, in 1926 een cluppie waren begonnen onder de naam ODI (Ontspanning Door Inspanning), dat clandestien in een weiland speelde, met jassen als doelpalen en klompen als voetbalschoenen, en in 1930 een primitieve structuur en sobere accommodatie kreeg en als Ons Clubje aan een bescheiden competitie deelnam. Het eerste seizoen: stijf onderaan, met 0 punten. Uit de verhalen wist Johann Peter dat in 1939 definitief werd beslist als RCL (Racing Club Leiderdorp) ‘los’ te gaan.

•Cathrien Honnef blikt naar buiten: ‘Mijn vader….’
Cathrien Honnef blikt naar buiten: ‘Mijn vader….’

Pietje Precies

,,Mijn vader liep rondjes door het oude dorp, hij kende en groette iedereen, maakte praatjes,” vertelt Cathrien. ,,Op een van die wandelingen hoorde hij het gekreun van een vrouw die op bevallen stond. Razendsnel heeft hij voor bijstand gezorgd. Ook bij thuiswedstrijden van RCL liep hij een rondje, hij volgde de wedstrijd, gaf handen en riep de jeugd tot de orde waar die naar zijn maatstaven baldadig was.”

Honnef studeerde Theologie in Utrecht, waar hij een balletje trapte in een studentenelftal en waar hij – veel belangrijker – zijn vrouw Annie leerde kennen. Zij studeerde Rechten, met succes, en ging in haar huwelijk met de dominee door het leven als Mr. Annie Honnef-Bender. Zij schreef artikelen en columns voor het Leidsch Dagblad.  Dat ontlokte bij de a.s. voetbalvoorzitter de schertsende uitspraak: ,,Ik ben een arme weesjongen, die bij je moeder mag wonen.”

Een ‘Pietje Precies’ noemt Cathrien haar vader: ,,Hij ging altijd punctueel gekleed. Bij begrafenissen droeg hij een jacquet met hoge hoed, messcherpe vouw in de gestreepte pantalon. Hij liet zich bij voorkeur rijden, dan bleven zijn kleren keurig en bovenal zonder vlekken. Verder had hij een hekel aan te laat komen.”

Dominees trekken doorgaans veel tijd uit om hun preken voor te bereiden. Gemeenteleden houden van lange preken, liever een preek van 25 dan van 20 minuten. Daar trok Honnef de vrijdag voor uit, want op zaterdag moest hij bij RCL zijn of met de spelersbus naar de uitwedstrijden. Op vrijdag vulde hij week na week, jaar na jaar, de voetbaltoto in. Nooit iets gewonnen. ,,Op zaterdag bij voorkeur geen trouwerijen”, lacht de domineesdochter. ,,Stelletjes die er op aandrongen elkaar per se op die dag het ja-woord te geven, wist hij op charmante wijze op andere gedachten te brengen.”

Studentenvoetbaltoernooi 1933, Johann Peter 3e van links
Studentenvoetbaltoernooi 1933, Johann Peter 3e van links

Devote Feyenoorder

Moeder Annie hield ook van voetbal, ze kon een wedstrijd lezen, zoals dat tegenwoordig heet. Bij RCL kwam ze zelden, maar op de televisie volgde moeder Annie alle wedstrijden. ,,Tot haar overlijden is zij donateur van RCL gebleven.” Zij overleed op 101-jarige leeftijd. Cathriens zoon Geert was te jong om zijn opa goed te kennen. Hij speelde in de jeugd van RCL en later in een vriendenelftal. Geert had last van zwakke enkels. Geert woont in Manchester en werkt als journalist voor diverse tijdschriften en dagbladen, waaronder het AD. Voor hem is Manchester met United en City een voetbalparadijs. Het wekt dus geen verbazing dat hij een boek heeft geschreven over Louis van Gaal, Different Cook.

Een prettig leesbaar boek, met veel inkijkjes en vooral een objectieve benadering en beschrijving van de gelauwerde coach. Toch weigerde de eigenwijze, eigenzinnige en zich gauw op de teentjes getrapt voelende coach het boek in ontvangst te nemen. Hij vaardigde iemand uit zijn entourage af. Cathrien, die het Engelse voetbal via de BBC volgt, heeft een uitgesproken mening over de manager die moeilijke tijden doormaakt bij Manchester United: ,,Van Gaal heeft geen gevoel voor het Engelse voetbal.”

1976. Dominee Johann Peter
1976. Dominee Johann Peter

Ajax-fan Cathrien moest met lede ogen toezien hoe haar vader opging in alles wat Feyenoord was, een devote Feyenoorder vond ze hem. De dominee had zelfs een seizoenkaart. Toen Feyenoord in 1970 de Europa Cup 1 won, de huidige Champions League, reisde pa op de Solex naar Rotterdam. Daar konden de fans op de foto met de Cup met de grote oren. Dat buitenkansje liet hij niet aan zich voorbijgaan. En ’s avonds terug van de toch pittige brommerrit kon hij triomfantelijk de foto laten zien.

1970. De ‘devote’ Feyenoorder met de Europa Cup 1
1970. De ‘devote’ Feyenoorder met de Europa Cup 1

Over het Geloof kon je altijd met de dominee praten, over voetbal ook. Alleen wanneer de oorlog ter sprake kwam en zijn bijdragen in het verzet, klapte hij dicht. ,,Mijn vader heeft tot zijn nek in het verzet gezeten, is ook ondergedoken geweest, een zware tijd, ook voor mijn moeder. Hij weigerde daarover te praten. Dat hoorde ik later wel meer dat er over de oorlog werd gezwegen. Ikzelf denk, weet het misschien zelfs zeker, dat hij het vanzelfsprekend en wie weet ook zijn plicht vond om in het verzet te gaan.

Dominee/opa Johann Peter Honnef door de bril van kleinzoon Geert Langendorff

,,Om een jaar in Zuid-Afrika te kunnen bekostigen, werkte ik na mijn afstuderen via het uitzendbureau in het oude Nuon-gebouw. Veel had het niet om het lijf. Een van de tekenaars daar was een Indisch ogende man met een opvallend loopje, typisch voor oud-voetballers.”

,,We raakten aan de praat en hij bleek voor RCL te hebben gespeeld, in de tijd van mijn grootvader. Mijn opa wist hoe goed hij was, maar kon hem alleen maar naar de club halen als er een woning en werk zou worden geregeld, hij kende niemand in Leiderdorp. Dat fikste hij vervolgens bij de gemeente en via zijn contacten. Die voetballer, volgens mij een van de Van Haver-broers, heeft nog jaren in het eerst gespeeld. Zijn verhaal was geen uitzondering. Ik begreep later dat hij dit veelvuldig deed, ook voor niet-voetballers overigens. Mijn opa de dominee was meer een sociaal-werker dan een authentieke predikant, maar voor zijn club liep hij nog wat harder.”

Different Cook, over Louis van Gaal in Manchester, geschreven door Geert Langendorff, de kleinzoon van dominee Honnef.
Different Cook, over Louis van Gaal in Manchester, geschreven door Geert Langendorff, de kleinzoon van dominee Honnef.

Vervolgend: ,,Anderen vertelden me hoe ‘Dominee Honnef’ lette op het taalgebruik langs de lijn. Heel toevallig kan dat niet geweest zijn. Anders dan mijn grootvader kan ik behoorlijk vloeken, al helemaal op het veld. Mannen als Bram Brandt, Ab Braat en wijlen Rinus Rijnsburger vertelden dan hoe hij in zijn lange leren jas rond het veld banjerde en kinderen tot de orde riep als ze achter het doel van de keeper van de tegenstander ‘keeper wordt niet zenuwachtig’ zongen.”

,,Via mijn oma kwam ik er pas achter dat opa van voetbal hield. Ik wist daar tot zijn dood eigenlijk niets van af. Toen ze merkten dat ik behoorlijk gek van het spelletje waas, kwamen de boeken uit de kast. Over Cruijff, Van Hanegem en Feyenoord. In ‘Geen Woorden Maar Daden van Phida Wolff zaten allerlei knipsels en ook een brief met het logo van Feyenoord erop. Het was een reactie van de club op enkele punten van kritiek die hij had geleverd, in keurige volzinnen.”

,,Mijn oma toverde ook een kampioensmunt met de hoofden van de spelers erin gegraveerd te voorschijn. In de kelder van haar flat hing een sticker met ‘Opzij, ik moet naar Feyenoord’, die jarenlang op zijn Solex zat geplakt. In een kast zat een plaat met het wedstrijdverslag van Feyenoord-Celtic, de enige elpee die niet was verziekt, opa kon namelijk niet goed met een platenspeler overweg… deze schijf was duidelijk als museumschijf weggestopt. Toen ik die zag, werd ik abrupt fan van Feyenoord. Na zijn dood had (en heeft) hij zo nog invloed op me.”

En: ,,Mijn oma vertelde mij later dat zeer tegen haar zin huwelijken nooit konden plaatsvinden rond de aftrap van een wedstrijd van Feyenoord of RCL. Dan praatte hij stelletjes om vooral op een andere dag elkaar het ja-woord te geven. Als de aftrap vroeg op zondag was, dan maakte opa er een korte preek van. Veel mensen vonden het maar vreemd dat een dominee zo verslingerd was aan het voetbal en ook nog als voorzitter van een club fungeerde. Maar dat interesseerde hem geen zier. Mijn oma haalde dan haar schouders op. Zij deelde de mening van ‘die mensen’, volgens mij, maar wist dat opa toch niet zou luisteren.”

Dominee Johann Peter Honnef, zoals Jaap Visser hem herinnert

,,De dominee was een voorzitter met natuurlijk gezag. Die Solex was dan niet zo imposant, zijn lange leren (motor)jas was dat wel. En hij had de gave van het woord natuurlijk, alhoewel ik ‘m ook weleens hoorde preken in de Dorpskerk, maar dan wist hij mijn aandacht meestal niet zo te trekken. Dat mijn gedachten dan afdwaalden naar het voetbal, zou de dominee mij wel hebben vergeven, als hij dat had geweten. Bij de thuiswedstrijden aan de Hoogmadeseweg wist RCL 1 zich steevast gesteund door ouderwets aanmoedigende pupillen, die zich opstelden achter de goal van de tegenpartij: ‘Keeper word niet zenuwachtig, hi, ha, ho’, en ‘Hand in hand voor RCL 1’, of ‘Op een slof en een oude voetbalschoen…’. Dat werk.”

Jaap Visser
Jaap Visser, columnist bij het Leidsch Dagblad

,,Maar toen Piet Romeijn eind 1969 het voetbal had verrijkt met zijn beroemde hondenlul (na Twente-uit tegen scheidsrechter Arie van Gemert: ‘Bedankt voor de leiding, hondenlul’) wisten wij achter het vijandelijke doel aan de Hoogmadeseweg daar ook wel raad mee. Maar zodra na een arbitrale dwaling ten koste van RCL het ‘Hijijijijij is een hondenlul…’ werd ingezet, verscheen de dominee bij de achterlijn. Een bezwerende vinger van de hervormde predikant was voldoende om een einde te maken aan ons belhamelgezang.”

Ooit, thuis tegen IJmuiden, gingen wij verder. In onze ogen had de scheidsrechter de wedstrijd voor RCL verknald en voor de deur van zijn kleedhok liepen wij te hoop en zongen iets in de trant van: ‘Jij komt vanavond die deur niet meer uit.’ En daar was de dominee helemáál niet van gediend. We kregen een korte preek, waarbij met hel en verdoemenis (een schorsing, desnoods royement) werd gedreigd, waarna een ieder van ons onmiddellijk spijt betuigde zodat die hondenlul van een scheidsrechter ongemoeid Leiderdorp kon verlaten. De dominee was een moraalridder, die het goede fatsoen in en rond het veld streng bewaakte. En met succes.”

Nog meer over de dominee

Piet Meijer, al 60 jaar lid van RCL: ,,Je kon de dominee uittekenen op zijn Solex en in zijn lange leren jas.  Op het stuur van die brommers waren kaphandschoenen bevestigd. Daarin verdwenen de knuisten in een wollige wereld. Nog iets: hij hield de vergaderingen kort, voor 11 uur afhameren en dan een glaasje.”

Teun Rietveld, een mensenleven ‘in dienst’ van de rood/witten, als speler, trainer, bestuurslid en nog meer: ,,De dominee was een zeer meelevende en fijne vent, een groot liefhebber van gehaktballen. Dus in de kantine moesten ze er altijd zijn.”

Wik van den Wijngaard, ooit een snelle en technische speler, kan ook over de dominee verhalen: ,,Op een dag komt hij naar me toe en zegt: ‘Wik, ik maak me zorgen over de financiële positie van RCL. Wat kunnen we daar aan doen? Heb jij een idee?’ Toen heb ik voorgesteld mij de kantine te laten pachten voor een voor de club interessant bedrag. Dat is toen gebeurd.”

Een ander grappig verhaal: ,,De dominee ging altijd mee naar de uitwedstrijden, in Rotterdam, Maassluis, Vlaardingen en noem maar op. Er moest na een wedstrijd altijd een stop met de bus gemaakt worden, in Rotterdam, bij Café Cees Verdonk aan de Aelbrechtkade. Ik zal het nooit vergeten. Daar werd volop pils gedronken en de dominee at daar ballen gehakt, de lekkerste van de hele wereld, vond hij die. Hij dronk er een Spaatje bij. Na een uurtje wilde hij wel weer door naar huis. De jongens gaven hem dan weer een bal gehakt en namen zelf nog een pils om de winst te vieren of het verlies weg te spoelen. Ooit riep er iemand: ‘Het lijkt wel of de dominee thuis niet te vreten krijgt.’ Prachtig.”

1933 tijdens studentenvoetbaltoernooi. Johann Peter, staand in het midden
1933 tijdens studentenvoetbaltoernooi. Johann Peter, staand in het midden

 

 

 

 

1 REACTIE

Reacties zijn gesloten.

Must Read