Na twee competitieduels bevindt zowel Roodenburg als het naar het zaterdagvoetbal overgestapte Meerburg zich in de middenmoot van de vierde klasse A. Komend weekend ontmoeten de ploegen elkaar op sportpark Noord. Leroy Brooks, flankspeler bij de blauwzwarten, en Meerburg-middenvelder Younes Seghrouchni blikken vooruit.
Met vier punten bezet Roodenburg op dit moment de zesde plek, achter vijf teams die tot nu toe de volle buit binnenhaalden. Na een doelpuntrijke zege (5-4) in de eerste wedstrijd tegen WVC volgde afgelopen zaterdag een 2-2 remise bij het Haagse KSD-Marine. In die ontmoeting tekende Brooks (op de foto’s in het oranje-zwarte tenue tegen FC Rijnland(za)) voor beide treffers. ,,De eerste was een strafschop en die mag ik dit jaar nemen. En na de rust scoorde ik 0-2. Op dat moment leken we de wedstrijd in handen te hebben. Alleen in de laatste fase ging het mis. We speelden toen door een rode kaart met tien man en we hadden geen antwoord op hun fysieke spel. Zij hebben flink wat grote kerels en pompten alles naar voren. Uit twee corners scoorden zij de doelpunten. In beide gevallen gingen er overtredingen van hun kant aan vooraf, maar die werden door de scheidsrechter blijkbaar niet gezien. Voor rust was al een zuivere goal van ons afgekeurd na een vlagsignaal van hun grensrechter. Maar goed, ik speel al een aantal jaren in de vierde klasse en dan weet je ondertussen wel dat zulke dingen gebeuren. Hoe dan ook, ik kan niet zeggen dat zij recht hadden op een punt”, vertelt Brooks.
Voor de 27-jarige aanvaller, die na een verblijf van 15 jaar op Curaçao aan de Universiteit van Leiden de studie civiel recht afrondde, is Roodenburg zijn derde club. ,,Lang geleden kwam ik uit voor Leidsche Boys, daarna belandde ik bij Lugdunum. Ik ben nu bezig aan mijn tweede jaar bij Roodenburg. Omdat ik sinds november vorig jaar met mijn vriendin in Rotterdam woon reis ik heen en weer. Ik probeer altijd tweemaal in de week te trainen, maar als ik door omstandigheden een keer moet overslaan is dat geen probleem. Dat heb ik met Nino Poulina, onze trainer, afgesproken. De groep weet dat en vindt dat prima. Ik probeer er altijd te zijn en dan geef ik me ook voor honderd procent. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Wel is het zo dat mijn conditie op dit ogenblik nog niet van dien aard is dat ik negentig minuten voluit kan gaan. Net als een aantal medespelers kwam ik laat terug van vakantie en zo miste ik een deel van de voorbereiding. Maar ik beschik best wel over een goede balcontrole en ben ook altijd aanspeelbaar. Ik houd de bal dan vast, zodat er aansluiting kan komen. En snelheid heb ik ook nog, al is die niet meer wat-ie was.”
Tegen KSD-Marine speelde Brooks op zijn favoriete positie, namelijk als rechterspits. De week ervoor was hij echter op het middenveld te vinden. ,,We hebben kwalitatief een sterk elftal, maar de selectie is aan de smalle kant. Door blessures en het nog niet aanwezig zijn van een aantal spelers is het bij ons wel eens sprokkelen geblazen. En dan kun je niet altijd staan op de plek waar je eigenlijk thuishoort. Ondanks de kleine spelersgroep verwacht ik dat we bij de bovenste vier eindigen en in de nacompetitie terechtkomen. We kunnen het elke club lastig maken. We beschikken in aanvallend opzicht over vijf jongens die een tegenstander pijn kunnen doen. Als wij het op de rails hebben moet er rekening met ons worden gehouden, zeker bij ons thuis. Ik denk dat er maar weinig ploegen met plezier naar Noord toekomen. Het is hier altijd lastig voor ze. Dat geldt ook zaterdag voor Meerburg. Ze zullen best ambities hebben en over kwaliteiten beschikken, maar ze spelen nu in de vierde klasse en daarin laten ook de betere ploegen regelmatig punten liggen. Ik verwacht flinke weerstand, dat is alleen maar leuk. Wij gaan er volop voor en dan zien we wel hoe het uitpakt”, besluit Brooks.
Opponent Meerburg vergaarde tot nu toe een puntje minder dan de Leidenaren. De formatie uit Zoeterwoude-Rijndijk startte het seizoen dankzij twee doelpunten van verdediger Ali Baroksay met een 1-2 overwinning bij Haagse Hout, maar ging daarna in het tweede duel – tegen Alphia – met 0-1 onderuit. ,,Die nederlaag moeten we onszelf kwalijk nemen. We benutten de kansen niet. Daar moeten we nog aan werken. Als we in dat opzicht verbeteren ben ik ervan overtuigd dat het goed gaat komen”, meent de 20-jarige Seghrouchni (twee archieffoto’s hieronder).
De Leiderdorper keerde deze zomer terug bij de club waar hij als jong voetballertje startte. ,,Tot aan de E1 zat ik bij Meerburg. Toen werd ik weggeplukt door ADO Den Haag. Ik heb nogal eens blessures gehad en op een gegeven moment kreeg ik last van een langdurige hamstringkwetsuur. Zo hield het bij ADO op. Bij Alphense Boys ben ik daarvan hersteld. Daar heb ik nog in de A1 gespeeld. Wilfred van Leeuwen, destijds trainer van VVSB, benaderde mij toen om naar zijn club over te stappen. Hij kende mij nog van ADO, waar hij toen ik er speelde coördinator van de jeugdopleiding was. Ik ben op zijn verzoek ingegaan, maar ook bij VVSB raakte ik geblesseerd. Ditmaal aan de meniscus. Al met al heb ik toen maar besloten om terug te gaan naar m’n ouwe cluppie. En dat is me uitstekend bevallen. We zijn serieus met voetbal bezig en daarnaast heerst er veel gezelligheid. Allemaal goeie gasten”.
Terug in Zoeterwoude-Rijndijk kreeg de rechtsbenige Seghrouchni van coach Alex Redel een plaats toebedeeld op het middenveld: ,,Ik ben vooral op tien gezet, als aanvallende middenvelder dus. Een heerlijke plek, waar ik aanvallend min of meer kan doen wat ik wil. Je hebt veel vrijheid op die positie. In het verleden heb ik eigenlijk overal op het middenveld gespeeld. Ik heb een flink loopvermogen en was altijd wel de motor van het team, zorgde voor de drive. Fysiek ben ik ook best sterk. Natuurlijk heb ik wel verbeterpunten, zoals mijn techniek in kleine ruimtes en het op snelheid afwerken. En in de jeugd bezat ik scorend vermogen. Wat dat laatste betreft moet ik meer van mezelf eisen.”
In het dagelijks leven studeert Seghrouchni aan de Vrije Universiteit in Amsterdam: ,,Ik doe daar lifestyle informatics. Dat is een vrij nieuwe studie, die erop gericht is door innovatie de situatie voor de mens in zijn omgeving prettiger en veiliger te maken. Het is m’n bedoeling om in Amsterdam een kamer te vinden, maar dat valt niet mee.”
Seghrouchni wil zich niet alleen door middel van zijn studie ontwikkelen. Ook op het veld is hij nog niet uitgeleerd: ,,Ik wil als voetballer blijven groeien en er zoveel mogelijk uithalen wat erin zit. Voor mezelf en ook voor mijn team. Ik ben wel iemand die van uitdagingen houdt, al is het wel zaak het lichaam heel te houden. Hoe het allemaal verder zal gaan zie ik nog wel. Voorlopig voelt het goed, hier bij Meerburg. Onze doelstelling is om te promoveren. En dat moet ook gebeuren. De rest zoekt het maar uit. Ik weet niet of wij echt de favoriet zijn voor het kampioenschap, kanshebber zijn we zeker. Ik ben eerlijk gezegd niet zo op de hoogte van de tegenstanders. Ik ken ze niet. Dat geldt ook voor Roodenburg. Ik heb er nog nooit tegen gespeeld. Maar ik zou zeggen: kom maar op!”
